Responsive image

Artikel 6 CBAM-aangifte

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 6 CBAM-aangifte

1. Uiterlijk op 31 mei van elk jaar, en voor het eerst in 2027 voor het jaar 2026, gebruikt elke toegelaten CBAM-aangever het in artikel 14 bedoelde CBAM-register om een CBAM-aangifte voor het voorgaande kalenderjaar in te dienen.

2.

De CBAM-aangifte bevat de volgende gegevens:

a) de totale hoeveelheid van iedere soort ingevoerde goederen in het voorgaande kalenderjaar, uitgedrukt in megawattuur voor elektriciteit en in ton voor andere goederen;

b) de totale ingebedde emissies in de in punt a) van dit lid bedoelde goederen, uitgedrukt in ton CO2-equivalent emissies per megawattuur in het geval van elektriciteit of in ton CO2-equivalent emissies per ton van iedere soort goederen in het geval van andere goederen, berekend overeenkomstig artikel 7 en geverifieerd overeenkomstig artikel 8;

c) het totale aantal in te leveren CBAM-certificaten dat overeenkomt met de totale ingebedde emissies als bedoeld in punt b) van dit lid, na de aftrek die verschuldigd is vanwege de in een land van oorsprong betaalde koolstofprijs overeenkomstig artikel 9 en de noodzakelijke correctie voor de mate waarin EU-ETS-emissierechten gratis worden toegewezen overeenkomstig artikel 31;

d) kopieën van de verificatieverslagen van de geaccrediteerde verificateurs uit hoofde van artikel 8 en bijlage VI.

3. Wanneer veredelingsproducten die voortkomen uit een in artikel 256 van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde regeling actieve veredeling worden ingevoerd, vermeldt de toegelaten CBAM-aangever in de CBAM-aangifte de ingebedde emissies in de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen die tot de ingevoerde veredelingsproducten hebben geleid, ook als de veredelingsproducten geen in bijlage I bij deze verordening opgenomen goederen zijn. Dit lid is ook van toepassing wanneer de veredelingsproducten die voortkomen uit de regeling actieve veredeling terugkerende goederen zijn als bedoeld in artikel 205 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

4. Wanneer de in bijlage I bij deze verordening vermelde ingevoerde goederen veredelingsproducten zijn die voortkomen uit een in artikel 259 van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde regeling passieve veredeling, vermeldt de toegelaten CBAM-aangever in de CBAM-aangifte alleen de emissies van de veredeling buiten het douanegebied van de Unie.

5. Wanneer de ingevoerde goederen terugkerende goederen zijn als bedoeld in artikel 203 van Verordening (EU) nr. 952/2013, neemt de toegelaten CBAM-aangever in zijn CBAM-aangifte een afzonderlijke vermelding “nul” op voor de totale ingebedde emissies die overeenstemmen met die goederen.

6. De Commissie is bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen met betrekking tot de standaardvorm van de CBAM-aangifte, met inbegrip van gedetailleerde informatie per installatie, per land van oorsprong en per soort goederen die moeten worden aangegeven ter ondersteuning van de in lid 2 van dit artikel bedoelde totalen, met name wat betreft de ingebedde emissies en de betaalde koolstofprijs, de procedure voor de indiening van de CBAM-aangifte via het CBAM-register, en de regels voor de inlevering van de in dit artikel, lid 2, punt c), bedoelde CBAM-certificaten, overeenkomstig artikel 22, lid 1, met name wat betreft het proces en de selectie door de toegelaten CBAM-aangever van de in te leveren certificaten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 29, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.